Kan het symbolischer? Google is de nieuwe bewoner van een fabriek die tot 2008
papier maakte voor kranten en tijdschriften.

De fabriek staat in het Finse plaatsje Hamina. De Amerikaanse internetgigant
investeerde zo’n 200 miljoen dollar in de conversie van het gebouw naar een
moderne opslagplaats voor computerservers. Afgelopen weekend ging het
datacenter in bedrijf.

Van papier naar dataopslag
Het gebruikt zoveel mogelijk de bestaande infrastructuur. Zo had de fabriek
al een grote tunnel die zeewater aanvoerde om de papiermachines te koelen;
dezelfde tunnel benut Google nu ook voor zijn koeling.

Finland ligt naast Rusland. Dat maakt het extra aantrekkelijk omdat niet elk
bedrijf de risico’s van een kapitaalintensieve vestiging in het soms
onberekenbare Rusland aandurft.

Goedkope elektriciteit
Maar ligging is maar één van de factoren die Scandinavische landen tot
potentiële vestigingsplaatsen van datacenters maakt, schrijft The
Wall Street Journal
in een reportage.

Andere aantrekkelijke punten zijn het stabiele politieke klimaat, de goede
infrastructuur, de overvloedige aanwezigheid van goedkope elektriciteit
(door waterkracht opgewekt) en last but not least de aanwezigheid van
koele lucht.

Wie met buitenlucht kan koelen, kan veel geld besparen op apparatuur en
elektriciteit. Tot op de dag van vandaag koelen datacenters vaak op dezelfde
manier zoals een koelkast: lucht koelen en die in een ruimte blazen. Maar
dat is relatief kostbaar.

Als de buitenlucht (en het zeewater, zoals in Finland) koel zijn, kan dat veel
goedkoper. Volgens Google verbruikt het center in Hamina de helft van de
energie die een regulier datacenter nu nodig heeft.

Energieslurpers
Datacenters zijn enorme slokops van energie: nu al zijn ze wereldwijd goed
voor 1,5 procent van het energieverbruik. Als cloud computing
doorzet, zou het gebruik van datacenters kunnen verviervoudigen. Zoeken naar
goedkopere energie loont dus.

Twee graden boven nul
Dat speelt bijvoorbeeld Lulea in de kaart. Het Zweedse stadje heeft een
gemiddelde temperatuur van 2 graden boven nul, zodat koeling met buitenlucht
een aantrekkelijke optie wordt. De rivier die door het plaatsje stroomt is
de tweede van Zweden en levert zat elektriciteit op. Zonder stroomstoringen.

Een Amerikaanse internetgigant, waarschijnlijk Facebook, wil er nu een
reusachtig datacenter neerzetten. Een investering tussen de 459 miljoen en
764 miljoen dollar, zeggen de lokale autoriteiten. Enig probleempje is nog
een lopend protest van een inwoner die vreest voor aantasting van het
wildleven in het gebied. Pas als dat bezwaar verworpen is, kan de bouw
beginnen.

Weinig banen
Datacenters zijn zo nieuwe kansen voor de Scandinavische landen, al leveren
ze, los van de investeringen, slechts beperkte directe werkgelegenheid op.
In Hamina werken straks niet meer dan 90 mensen, in Luleå zeventig tot
negentig. Het indirecte effect is uiteraard veel groter. Prestige is er een
van.

Zo is (al staat dat niet in The Wall Street Journal) het Nederlandse Delfzijl
ook blij met het datacenter van Google. En het geplaagde IJsland omarmt ook
maar al te graag datacenters. Zo ontstaat tussen de Scandinavische landen
een pittige concurrentiestrijd.

Niet voor niets noemen de Zweden de 'minimale kans op natuurrampen' als een
van hun sterke punten. Daar hebben de IJslanders niet van terug.

Lees ook:

Duitse broers schatrijk door klonen Groupon, Ebay en
Facebook

Google neemt restaurantvergelijker Zagat over

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl